Beschrijving
Revolving Door
Stephanie Kiwitt & Tina Schulz
Propvolle, net als lege, uitgeholde ruimten hebben één ding gemeenschappelijk: zodra men ze betreedt, geven ze een impressie van afwezigheid. Ze veroorzaken een soort vacuüm, dat de kijker of de bezoeker het gevoel geeft een onwelkome, of zelfs onzichtbare, gast te zijn. Sommige architectuurvomen kunnen zulke gevoelens veroorzaken: verlaten, oneigenlijk gebruikte en onderkomen architectuur, of plaatsen die tijdelijke overslagplaatsen zijn van kapitaal en goederen. En hoe verschillend ze er ook mogen uitzien: gemeenschappelijk aan beide is een nabijheid tot de chaos. Revolving Door, Tina Schulz en Stephanie Kiwitts allereerste gemeenschappelijke project, draait rond de conceptie van dergelijke ruimtes; het raakt hen vluchtig in het voorbijgaan, en verlaat hen opnieuw.
Stephanie Kiwitt bouwt haar beeldruimte, of ruimte-beeld, op met verschillende binnenaanzichten van supermarkten en winkelcomplexen. Ze verdicht aanwijzingen, displays, en doelbewuste architectuur tot een hyperrealistisch interieur, dat noch aan de kijker, noch aan de personen die in de afgebeelde ruimte voorhanden zijn, een stabiele plaats toewijst. Goederen, displays, banners en andere publiciteitsmiddelen concurreren om aandacht en verliezen tezelfdertijd, in deze constante overlevingsstrijd. Eén blik, en hun vervaldatum is overschreden, hun kleur verbleekt; de waardeloosheid van hun materialiteit in volle licht uitgestald. Er heerst gedreven engheid, en toch installeert zich een gevoel van leegte: daar is niet langer iemand; de overvloed is doordrongen van afwezigheid. Men word door deze ruimte gesluisd, eerder in het zog van een onbepaalde beweging, dan uit eigen beweging.
De ruimte die Tina Schulz installeert raakt aan gelijkaardige domeinen van aanwezigheid en afwezigheid. Ze toont papierbanden, die ze deels grafisch, deels schilderkunstig met rode kalk, pigment en grafiet heeft behandeld. 'Behandeling' moet hier in de eenvoudigste betekenis van het woord worden begrepen, omdat deze banden manuele sporen dragen die conclusies over het ontstaansproces rechtvaardigen, en aangezien ze niet meer of niet minder afbeelden dan banale sporen van een direct ingrijpen op het materiaal. De resultaten van dit werk worden niet tentoongesteld als beelden, maar als objecten in de ruimte.
Stephanie Kiwitt & Tina Schulz
Propvolle, net als lege, uitgeholde ruimten hebben één ding gemeenschappelijk: zodra men ze betreedt, geven ze een impressie van afwezigheid. Ze veroorzaken een soort vacuüm, dat de kijker of de bezoeker het gevoel geeft een onwelkome, of zelfs onzichtbare, gast te zijn. Sommige architectuurvomen kunnen zulke gevoelens veroorzaken: verlaten, oneigenlijk gebruikte en onderkomen architectuur, of plaatsen die tijdelijke overslagplaatsen zijn van kapitaal en goederen. En hoe verschillend ze er ook mogen uitzien: gemeenschappelijk aan beide is een nabijheid tot de chaos. Revolving Door, Tina Schulz en Stephanie Kiwitts allereerste gemeenschappelijke project, draait rond de conceptie van dergelijke ruimtes; het raakt hen vluchtig in het voorbijgaan, en verlaat hen opnieuw.
Stephanie Kiwitt bouwt haar beeldruimte, of ruimte-beeld, op met verschillende binnenaanzichten van supermarkten en winkelcomplexen. Ze verdicht aanwijzingen, displays, en doelbewuste architectuur tot een hyperrealistisch interieur, dat noch aan de kijker, noch aan de personen die in de afgebeelde ruimte voorhanden zijn, een stabiele plaats toewijst. Goederen, displays, banners en andere publiciteitsmiddelen concurreren om aandacht en verliezen tezelfdertijd, in deze constante overlevingsstrijd. Eén blik, en hun vervaldatum is overschreden, hun kleur verbleekt; de waardeloosheid van hun materialiteit in volle licht uitgestald. Er heerst gedreven engheid, en toch installeert zich een gevoel van leegte: daar is niet langer iemand; de overvloed is doordrongen van afwezigheid. Men word door deze ruimte gesluisd, eerder in het zog van een onbepaalde beweging, dan uit eigen beweging.
De ruimte die Tina Schulz installeert raakt aan gelijkaardige domeinen van aanwezigheid en afwezigheid. Ze toont papierbanden, die ze deels grafisch, deels schilderkunstig met rode kalk, pigment en grafiet heeft behandeld. 'Behandeling' moet hier in de eenvoudigste betekenis van het woord worden begrepen, omdat deze banden manuele sporen dragen die conclusies over het ontstaansproces rechtvaardigen, en aangezien ze niet meer of niet minder afbeelden dan banale sporen van een direct ingrijpen op het materiaal. De resultaten van dit werk worden niet tentoongesteld als beelden, maar als objecten in de ruimte.